Steenuilenwerkgroep Rivierenland
info@steenuilenwerkgroep-rivierenland.nl

De steenuil is de bekendste van de kleinere uilensoorten. In ons land is hij van oudsher een bekende verschijning in vooral kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De steenuil schuwt de menselijke omgeving niet en broedt vaak op boerenerven, vooral als deze voldoende natuurlijke variatie bieden. Dan kan een steenuil op een klein oppervlak alles vinden wat hij nodig heeft. Vanaf paaltjes of andere verhogingen zoekt de steenuil naar voedsel en vliegt daar in golvende vlucht op af.

Herkenning

steenuil

De steenuil is nauwelijks groter dan een merel maar oogt toch wat forser door z’n opgezette veren. Het verenkleed is overwegend bruin tot grijsbruin met witte streepjes en druppelvormige vlekken. Opvallend zijn de felgele ogen en lichte ‘wenkbrauwen’. Het achterhoofd lijkt een kopie van het voorhoofd met toegeknepen ogen. In rust is zijn postuur gedrongen, bij waakzaamheid rekt de uil zich uit. Niet altijd zichtbaar zijn de lange, bevederde poten. 

 

Leefwijze

Broedensteenuil jong

Broedperiode van half april tot half mei. Legsel bestaat gemiddeld uit 3-5 eieren. Normaliter één legsel per jaar, incidenteel tweede legsel tot half juni. Broedduur: 24-28 dagen. Broedt in allerlei natuurlijke holtes van bomen, vooral knotwilgen en oude (hoogstam)fruitbomen. Ook in rustige hoekjes of nissen van gebouwen of schuren en in speciale nestkasten. Jongen verlaten na ongeveer een maand het nest, maar zijn dan nog niet vliegvlug. Na ongeveer 38-46 dagen zijn ze dat wel, maar worden daarna nog ca. 5 weken verzorgd. 


Leefgebied

Veelal kleinschalige cultuurlandschappen met een variatie aan houtwallen, heggen, weitjes en knoestige bomen. In grootschalige landbouwgebieden is de steenuil afhankelijk van gevarieerde erven bij boerderijen of vrijstaande huizen. Jachtgebied bestaat uit open terrein met het hele jaar door lage vegetatie (beweiding). Voorts zijn er voldoende zitplaatsen van één tot anderhalve meter hoogte (paaltjes bijvoorbeeld) om vanuit te jagen. Er zijn schuilplaatsen en broedholen in oude bomen, schuren, gebouwen en dergelijke.


Voedsel

Veldmuizen, ook andere kleine zoogdieren, kleine vogels, in mindere mate reptielen en amfibieën, insecten als nachtvlinders en meikevers, regenwormen.


Vogeltrek

Volwassen steenuilen blijven gewoonlijk het gehele jaar in de naaste omgeving van de broedplaats. Jonge steenuilen zwerven uit, het merendeel vestigt zich op minder dan 10 km van de geboorteplaats.

 

Jonge steenuilen worden aan het eind van het 1e jaar geslachtsrijp. Eind maart begin april kiest het paartje een geschikte nestplaats, waarna de eieren gelegd worden. Meestal 3 tot 6 eieren, maar in een jaar met veel voedselaanbod kunnen het er wel 9 zijn! De eieren zijn wit en meer rond dan ovaal (29 mm x 35 mm).

Vogels nemen in de Wet natuurbescherming een bijzondere positie in. De basis hiervoor vormt de Europese Vogelrichtlijn, waarin onder meer de bescherming gereguleerd is van alle inheemse en regelmatig voorkomende trekvogels, zodat deze ‘kunnen voortbestaan en zich kunnen voortplanten’. 

Deze website maakt gebruik van cookies. Sommige om de functionaliteit te waarborgen, andere om statistieken bij te houden (analytics). U kunt ervoor kiezen de cookies niet te accepteren, wij garanderen dan niet een volledig juiste werking van deze website.